Didactiek in de ruimte
Drie dagen MIMI -grammatica in lokaal D006-I
Ria Brandon
Rotterdam, 9 Februari 1998
Drie dagen MIMI -grammatica in lokaal D006-I
Ria Brandon
Rotterdam, 9 Februari 1998
Tekst Ria Brandon
Maandag 19 januari hebben Fred Kolman en Andries Lohmeijer lokaal D0064 verduisterd, het scherm voor MIMIC opgezet de camera geinstalleerd en aangesloten op de computer.
De volgende dag. dinsdag 20 januari. lukt het om ook de video op het scherm aan te projecteren. zodat alles werkt als om 9.00 uur de eerste cursisten arriveren.
We beginnen met een presentatie voor cursisten A3 (beginners) en HOA (gevorderd. hoogopgeleid): 25 cursi en en twee docenten: Wil Hehewerth en Patricia van Laerhoven. Het was niet makkelijk om deze groepen te combineren. De HOA cursisten willen uitleg en discussie, terwijl AJ wil oefenen en doen. De HOAers gaan eerder weg. Daarna gaan we met de cursisten van Patricia oefenen met door de cursisten 7.C1f gemaakte 7.innen, Om 10.45 komen er opnieuw twee groepen (25 cursisten): een HOAgroep van Nienke de Jong en de ieuwe Burengroep met Joke Schippers. Verder komen Marianne VerwaaJ en Lonneke Pieters kijken. Ook nu bliJkt het urengroep met Joke Schippers. Verder komen Marianne VerwaaJ en Lonneke Pieters kijken. Ook nu bliJkt het combineren van hoogopgeleide gevorderden met beginners een probleem.
De volgende dag. dinsdag 20 januari. lukt het om ook de video op het scherm aan te projecteren. zodat alles werkt als om 9.00 uur de eerste cursisten arriveren.
We beginnen met een presentatie voor cursisten A3 (beginners) en HOA (gevorderd. hoogopgeleid): 25 cursi en en twee docenten: Wil Hehewerth en Patricia van Laerhoven. Het was niet makkelijk om deze groepen te combineren. De HOA cursisten willen uitleg en discussie, terwijl AJ wil oefenen en doen. De HOAers gaan eerder weg. Daarna gaan we met de cursisten van Patricia oefenen met door de cursisten 7.C1f gemaakte 7.innen, Om 10.45 komen er opnieuw twee groepen (25 cursisten): een HOAgroep van Nienke de Jong en de ieuwe Burengroep met Joke Schippers. Verder komen Marianne VerwaaJ en Lonneke Pieters kijken. Ook nu bliJkt het urengroep met Joke Schippers. Verder komen Marianne VerwaaJ en Lonneke Pieters kijken. Ook nu bliJkt het combineren van hoogopgeleide gevorderden met beginners een probleem.
s Middags om 13.00 uur komen Rienk-Jan van der Woude met 8/9 cursisten van de Taalschool en Ben Schotel met een cursiste uit Maassluis.
Om 14.30 komt lneke Schoofs van de Rotterdamse Schoolbegeleidingsdienst.
Uit deze vier sessies komen een aantal belangrijke punten
Bij presentaties voor cursisten moeten geen groepen gecombineerd worden. (Sorry, Wil. Patricia. Nienke en Joke!)
Cursisten kunnen. zo bleek met het oefenen met andere zinnen, allerlei ontdekkingen doen. Komt en niet zijn in het Nederlands twee zinsdelen. maar in het Arabisch een, omdat daar de negatie via vervoeging geregeld wordt. Naar school zijn twee woorden en vormen samen een zinsdeel.
De grote vorm "'stappen in de ruimte" maakt structuren die anders niet opgemerkt worden heel zichtbaar. Een ander voorbeeld daarvan is: Hij is een kruidje-roer-me-niet. Een cursist ziet de koppeltekens niet en snapt ook niet dat dit "zinnetje" fungeert als een zelfstandig naamwoord en hij stapt 6 zinsdelen. Hij krijgt de feedback dat het 3 zinsdelen zijn. Dan ziet hij de koppeltekens wel. En hij begrijpt met behulp van de docent dat met dat "zinnetje" een persoon met een bepaald karakter aangeduid wordt.
Werkt de interface niet verwarrend voor mensen die geen ruimtelijke orientatie hebben? Gaan we uit van beweging of an positionering in de ruimte?
Bij de feedback is te veel uitgegaan van het idee fout Dit belemmert het ontdekken. Bij de presentatie moet het ontdekken an de cursist centraal staan. Dat proces begint bij het experimenteren met de zin. Cursisten blij en niet allemaal rustig luisteren naar de oefenzin. Hier moet in een volgende demo een
oplossing voor gevonden worden.
Woensdag 22januari is het tijd voor de miniconferentie ''Didactiek in de ruimte".
Wil de Greef opent de conferentie r al!e aanwezigen van harte welkom te heten op het Albeda College.
Enkele genodigden konden tot hun spijt niet komen. Maar er zijn ook een paar nieuwe deelnemers. Iedereen stelt zich kort even voor.
Daarna komt Ria met de doelsteroject lling van MlMIC-gradeze minimmaiiconferentie: "het zoeken naar nieuwe vormen van leren naar
aanleiding an het defin:itie "-Het gaat daarbij om kritische beschouwing van de demo MlMIC-grammatica, 1deeên over andere toepassingen van ruimtelijke int rf: n het vinden an
partners om deze ideetn waar te maken.
Dan volgt een demonstratie an MIMIC-grammatica en andere MIMIC toepassingen. Er ontspint zich een intensieve discussie. waaruit ik de volgende punten wil vastleggen-
Het uitgangspunt voor MIMIC-grammatica . zou olll.dekk nd moeten zijn, Je zou lrunn en denk doolhof: de kunst is het vinden van het pad
Om 14.30 komt lneke Schoofs van de Rotterdamse Schoolbegeleidingsdienst.
Uit deze vier sessies komen een aantal belangrijke punten
Bij presentaties voor cursisten moeten geen groepen gecombineerd worden. (Sorry, Wil. Patricia. Nienke en Joke!)
Cursisten kunnen. zo bleek met het oefenen met andere zinnen, allerlei ontdekkingen doen. Komt en niet zijn in het Nederlands twee zinsdelen. maar in het Arabisch een, omdat daar de negatie via vervoeging geregeld wordt. Naar school zijn twee woorden en vormen samen een zinsdeel.
De grote vorm "'stappen in de ruimte" maakt structuren die anders niet opgemerkt worden heel zichtbaar. Een ander voorbeeld daarvan is: Hij is een kruidje-roer-me-niet. Een cursist ziet de koppeltekens niet en snapt ook niet dat dit "zinnetje" fungeert als een zelfstandig naamwoord en hij stapt 6 zinsdelen. Hij krijgt de feedback dat het 3 zinsdelen zijn. Dan ziet hij de koppeltekens wel. En hij begrijpt met behulp van de docent dat met dat "zinnetje" een persoon met een bepaald karakter aangeduid wordt.
Werkt de interface niet verwarrend voor mensen die geen ruimtelijke orientatie hebben? Gaan we uit van beweging of an positionering in de ruimte?
Bij de feedback is te veel uitgegaan van het idee fout Dit belemmert het ontdekken. Bij de presentatie moet het ontdekken an de cursist centraal staan. Dat proces begint bij het experimenteren met de zin. Cursisten blij en niet allemaal rustig luisteren naar de oefenzin. Hier moet in een volgende demo een
oplossing voor gevonden worden.
Woensdag 22januari is het tijd voor de miniconferentie ''Didactiek in de ruimte".
Wil de Greef opent de conferentie r al!e aanwezigen van harte welkom te heten op het Albeda College.
Enkele genodigden konden tot hun spijt niet komen. Maar er zijn ook een paar nieuwe deelnemers. Iedereen stelt zich kort even voor.
Daarna komt Ria met de doelsteroject lling van MlMIC-gradeze minimmaiiconferentie: "het zoeken naar nieuwe vormen van leren naar
aanleiding an het defin:itie "-Het gaat daarbij om kritische beschouwing van de demo MlMIC-grammatica, 1deeên over andere toepassingen van ruimtelijke int rf: n het vinden an
partners om deze ideetn waar te maken.
Dan volgt een demonstratie an MIMIC-grammatica en andere MIMIC toepassingen. Er ontspint zich een intensieve discussie. waaruit ik de volgende punten wil vastleggen-
Het uitgangspunt voor MIMIC-grammatica . zou olll.dekk nd moeten zijn, Je zou lrunn en denk doolhof: de kunst is het vinden van het pad
De :edback dient het proces van ontdekken positief te ondersteunen. Je zou daarbij gebruik kunnen maken van fractal models, modellen waarmee groei beschreven kan worden". De matrix is nu ruimtelijk van voor naar achter (vertikaal). Op het scherm is de matrix horizontaal van links naar rechts. en komt dan overeen met de schrijfrichting. Is het niet beter om de stappen ook van links naar rechts te maken? Erna doet dienst als juf en als alterego. Dat is verwarrend.
Na de lunch gaan we brainstonnen. Er worden vier kleinere groepen gevormd en die buigen zich over de vraag of er andere toepassingen denkbaar zijn met een ruimtelijke interactieve interface.
Hieruit kwamen verschillende gezichtspunten naar voren.
Na de lunch gaan we brainstonnen. Er worden vier kleinere groepen gevormd en die buigen zich over de vraag of er andere toepassingen denkbaar zijn met een ruimtelijke interactieve interface.
Hieruit kwamen verschillende gezichtspunten naar voren.
Welke eigenschappen heeft een virtuele interactieve ruimte?
Welke toepassingen zijn denkbaar?
Welke criteria moeten er aan deze VR-produkties gesteld worden?
Eigenschappen:
Een virtuele ruimte is een model.
Dit model reflecteert een wereldbeeld en een zelfbeeld.
In deze ruimte is interactie de motor.
Via interactie komt de betekenis tot stand.
De beweging geeft de interactie.
De motoriek is verbonden met het neurale netwerk.
Het neurale netwerk bestaat uit verschillende niveaus.
Het hoogste niveau moet vrij blijven om te kunnen denken, communiceren etc.
Het is dan ook belangrijk dat kennis in lagere niveaus, bijvoorbeeld het motorische niveau wordt opgeslagen.
De ruimte is gericht op waarneming.
Pas als er iets waargenomen wordt kan er geleerd worden.
De ruimte is veilig. Virtueel kan het spannend worden.
De ruimte is niet lineair, maar 4-dimensioneel.
Het uitbeelden van grafen. (Dit snap ik niet, kan Nanno dit toelichten?)
Een virtuele ruimte is een vorn van distance education.
Een virtuele ruimte heeft minimale supervisie nodig.
De ruimte is intuïtief qua beleving
Toepassingen:
verschillende vormen van leren:
associatief leren regels leren leren samenwerken inzicht krijgen in groepsprocessen leren genereren, leren creëren leren waarnemen
leren reflecteren verschillende disciplines Taal Drama Wiskunde Ruimtelijke begrippen Rekenen Dans Muziek
Computer-steno Management Logica Programmeren Construeren Leren navigeren Cybernetica
verschillende vormen van leren:
associatief leren regels leren leren samenwerken inzicht krijgen in groepsprocessen leren genereren, leren creëren leren waarnemen
leren reflecteren verschillende disciplines Taal Drama Wiskunde Ruimtelijke begrippen Rekenen Dans Muziek
Computer-steno Management Logica Programmeren Construeren Leren navigeren Cybernetica
Verschillende functies:
Remedial teaching
leren in een groep van maximaal 10
leren in een groep van maximaal 10
Criteria:
Spelenderwijs structuren ontdekken
Communicatie als uitgangspW1t nemen
Communicatie als uitgangspW1t nemen
Leren van het andere, niet in de zin van goed of fout
Feedback via een combinatie van sensoren
De mogelijkheid om te versnellen of te vertragen (is doelgroep afhankelijk)
Feedback via een combinatie van sensoren
De mogelijkheid om te versnellen of te vertragen (is doelgroep afhankelijk)
Heel goed letten op de interpretatie van beeldtaal (lichaamstaal)
Na deze inspirerende discussies aan Wil de taak de miniconferentie af te sluiten.
Het Albeda college beloofde de deelnemers te zorgen voor een verslag en een discussieplatform op de website van het Albeda.
Donderdag, 22 januari, was de laatste dag van de MIMIC-opstelling. Deze dag begon om l 1.00 uur met een les voor de groep van Sylvia v.d. Leer en Marianne Verwaai, een laagopgeleide halfgevorderde groep.
Wijs geworden door de ervaringen van 20 januari en de discussies van 21 januari heb ik het didactisch model 180 graden omgegooid. In plaats van te beginnen met een fimpje en daarna de zin te oefenen, begon ik met de zin als ontdekkingsopgave. Wat zie je? Wat hoor je? Wat doe je? Wat concludeer je daaruit?
Een cursist ging net zo lang proberen tot de zin op het scherm stond. Daarna kwam er een andere. Al snel gingen de cursisten proberen elkaar te helpen. De uitdrukking "schuin naar voren" kenden deze cursisten niet. Maar "rechts" en "naar voren" leveren ook het gewenste resultaat
De conclusie van deze groep was dat het "woordwerk" blauw was.
Een cursiste vroeg: "Wat betekent het woord eindelijk?". Na het zien van de film en het naspelen van de scene van de rij voor de koffieautomaat weet iedereen wat eindelijk betekent.
's Middags volgen nog twee presentaties voor de bezoekers van de BVEdag op het Albeda. Beide keren zijn er 15-20 aanwezigen. Bij deze presentaties volg ik dezelfde werkwijze als 's ochtends. Hierdoor komt er veel discussie op gang. Velen zijn geïnteresseerd en willen graag meer weten. Zij hebben ondertussen het MIMICrapport opgestuurd gekregen.
Donderdag, 22 januari, was de laatste dag van de MIMIC-opstelling. Deze dag begon om l 1.00 uur met een les voor de groep van Sylvia v.d. Leer en Marianne Verwaai, een laagopgeleide halfgevorderde groep.
Wijs geworden door de ervaringen van 20 januari en de discussies van 21 januari heb ik het didactisch model 180 graden omgegooid. In plaats van te beginnen met een fimpje en daarna de zin te oefenen, begon ik met de zin als ontdekkingsopgave. Wat zie je? Wat hoor je? Wat doe je? Wat concludeer je daaruit?
Een cursist ging net zo lang proberen tot de zin op het scherm stond. Daarna kwam er een andere. Al snel gingen de cursisten proberen elkaar te helpen. De uitdrukking "schuin naar voren" kenden deze cursisten niet. Maar "rechts" en "naar voren" leveren ook het gewenste resultaat
De conclusie van deze groep was dat het "woordwerk" blauw was.
Een cursiste vroeg: "Wat betekent het woord eindelijk?". Na het zien van de film en het naspelen van de scene van de rij voor de koffieautomaat weet iedereen wat eindelijk betekent.
's Middags volgen nog twee presentaties voor de bezoekers van de BVEdag op het Albeda. Beide keren zijn er 15-20 aanwezigen. Bij deze presentaties volg ik dezelfde werkwijze als 's ochtends. Hierdoor komt er veel discussie op gang. Velen zijn geïnteresseerd en willen graag meer weten. Zij hebben ondertussen het MIMICrapport opgestuurd gekregen.
De aanwezigheid van MIMIC wordt ook tijdens de drie dagen door veel voorbijkomende cursisten opgemerkt.
Zij komen nieuwsgierig binnen en reageren erg enthousiast op deze interface. Echt cool om zo te leren!
Dan moet alles weer afgebroken worden. Om 22.00 uur 's avonds vertrekken Fred en Andries huiswaarts.
Dan moet alles weer afgebroken worden. Om 22.00 uur 's avonds vertrekken Fred en Andries huiswaarts.
Tot slot: Wat is het belangrijkste dat wij hiervan geleerd hebben?
We hebben de didaktische dimensie van MIMIC-grammatica ontdekt.
ln het definitieproject en in de vormgeving van de demo waren we erg bezig met onze psycholinguïstische uitgangspunten (het leren van supra segmentele structuren door het waarnemen van visuele patronen en door beweging/positie in de ruimte en het automatiseren daarvan) en de technologische realisatie daarvan. We dachten dat de cursist alleen in de ruimte zou oefenen en dat het gehele programma dus zelfsturend moest zijn.
Ons idee over de ruimte is dan ook nog al gewijzigd. Wij zien het nu als een ruimte voor een sociaal proces van ontdekken, bewust worden en reflecteren. De docent is daarbij de coach van dit communicatieve proces. Dit wil niet zeggen dat het programma niet meer zelfsturend moet zijn, maar het programma hoeft niet meer alle functies te vervullen. Het inslijpen van patronen kan bijvoorbeeld gewoon achter de pc. Misschien met een touchpad of met de muis?
Het programma neemt de instructiefunctie van de docent over. Daardoor kan deze functie omgezet worden in een ontdekkingstocht, waarbij de cursist door waar te nemen de regels van het Nederlands te weten komt. De docent kan helpen bij het bewust worden, het samenwerken en het reflecteren.
Het programma neemt de instructiefunctie van de docent over. Daardoor kan deze functie omgezet worden in een ontdekkingstocht, waarbij de cursist door waar te nemen de regels van het Nederlands te weten komt. De docent kan helpen bij het bewust worden, het samenwerken en het reflecteren.